Dit willen we bereiken
De beroepspraktijk van de kunstprofessional is steeds meer hybride. Dat betekent dat disciplines, media, en het domein van kunst en cultuur niet langer afgebakend zijn. Kunstprofessionals nemen voortdurend andere rollen aan en leren tussen die rollen te schakelen. Technologische ontwikkelingen en cross-over vernieuwingen vragen van kunstprofessionals dat zij hun maakstrategieën onder de loep nemen. Hoe leer je de nieuwe generatie kunstenaars om met deze ontwikkelingen om te gaan? Wat betekent dit voor de kunstopleidingen?Het lectoraat Performatieve Maakprocessen versnelt, versoepelt en vernieuwt creatieve processen in alle kunsten met een performatief karakter. Het domein van deze performatieve kunsten wordt gekenmerkt door drie aspecten:
- Het gebeurt live in direct contact tussen maker & toeschouwer (Basisvraag: hoe creëer ik een live-ervaring?)
- Het gebeurt in de tijd (Basisvraag: hoe ontwerp ik een vertelling in de tijd?)
- Het gebeurt met elkaar (Basisvraag: hoe werk ik samen?)
Zo gaan we te werk
Er zijn binnen het lectoraat vijf thematische onderzoeksgroepen. Deze groepen zorgen voor extra verbinding en samenhang, maar houden ook volop ruimte voor individuele onderzoeksonderwerpen van docenten/onderzoekers, studenten en alumni. Deze vijf onderzoeksgroepen zijn:- Expanded Scenography
- Mixed Reality
- Beyond Freewriting; On Research and Writing
- Artistic Social Engineering
- Independent Peergroup
Onderscheidend karakter
Het kunstvakonderwijs wil studenten opleiden tot flexibele kunstenaars in een hybride beroepspraktijk die in deze verdubbelingen hun vakmanschap ontwikkelen. Dit maakt het onderzoek naar performatieve maakprocessen uitermate actueel en relevant.Het Lectoraat Performatieve Maakprocessen kan door het onderzoek naar maakprocessen, het beschrijven en ontwikkelen van werkmethoden en maakstrategieën, het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal, en het vertalen van het onderzoek naar didactische concepten een voortdurende onderwijsinnovatie op gang brengen.
De werkmethodes en maakstrategieën kunnen ook innovatieve impulsen geven aan de kunstsector maar ook aan andere, niet artistieke domeinen. Denk hierbij aan samenwerkingen met bijvoorbeeld zorg en welzijn.