Al op de middelbare school merkte Michael dat zowel economie als kunst zijn aandacht trokken. Met het banenperspectief in zijn achterhoofd koos hij na het eindexamen voor een studie bedrijfseconomie, maar al snel bleek dat te eenzijdig. “Dus wilde ik op zoek naar iets creatiefs”, aldus Michael. Hij bezocht allerlei kunstscholen in Nederland. “Maar daar zag ik borden waar je niet van kon eten en stoelen waar je niet op kon zitten. Al die opleidingen waren heel abstract.” Ten slotte kwam hij terecht bij HKU Kunst en Economie. “Dat waren precies de twee werelden waar ik naar op zoek was.”
Het eerste jaar begon pittig met veel theorie en groepsopdrachten. “Maar tijdens die groepsprocessen bloeide ik op”, vertelt hij. “Er kwamen echte problemen langs en je werd serieus genomen.” Zo kregen de studenten allerlei casussen uit de praktijk voorgelegd waar bedrijven tegenaan liepen. Hoe ga je als bedrijf bijvoorbeeld om met vergrijzing en hoe trek je ouderen naar het theater die moeite hebben met het kopen van tickets online? Het puzzelen aan dit soort vragen en het samenwerken met anderen vond Michael waardevol.