Ontwikkeling eigen visie als ontwerper
Uiteindelijk gaat je ontwerp altijd naar een architect, of naar een constructeur. Dus het is eigenlijk nog abstracter, nog meer visionair. Eigenlijk zoals een regisseur: je hebt een visie voor een ruimte, en anderen voeren dat mee uit. Dat ik dat wilde worden wist ik nog niet als klein meisje, nee. [lacht] Toen knutselde ik samen met mijn vader meubeltjes in elkaar in de garage. Het komt ook door deze studie denk ik, dat je steeds meer gaat geloven in je eigen visie als ontwerper.
Ik wil straks helemaal mijn eigen ding maken, en zelf de touwtjes in handen hebben. Dat ik een visie heb, en dat ook helemaal kan uitvoeren, en dat ik dan zie dat de ruimte uiteindelijk heel subtiel op mensen inwerkt, precies hoe ik het had bedacht ... hm, ja. Klinkt een beetje controlfreak-achtig, hè? [lacht] Met ‘beïnvloeden’ bedoel ik trouwens niet dat ik wil dat mensen op een bepaalde manier gaan denken ofzo. Het is eigenlijk subtieler. Dat iets wat in de ruimte aanwezig is, opgetild en vergroot wordt. En vervolgens mogen mensen in die ruimte ook iets heel anders gaan doen, bijvoorbeeld naar een tentoonstelling kijken. Maar dan zit ik wel op de achtergrond te gniffelen: ‘‘Jaaa, jullie voelen je nu een beetje zo, en dat heb ik gedaan, maar dat weten jullie niet.’ [lacht]