IPD is het antwoord op de verzuiling

Interview met Simon van der Linden en Niki Smit

Interview met Simon van der Linden en Niki Smit - spelontwerpers en co-founders Monobanda. Beiden afgestudeerd aan de opleiding Interactive Performance Design in 2008.

Waarom kozen jullie destijds voor IPD?

Niki: Ik wilde rare kunstzinnige dingen maken. En ik was en ben een groot gamer. Het was voor mij logisch dat ik voor IPD koos aan de HKU omdat ik niet de spellen wilde maken die er al waren. Ik wilde iets nieuws maken dat tegelijkertijd ook kunst was. IPD is dan de ideale oplossing. Andere opleidingen waren bezig om je klaar te stomen om te werken in de huidige game-industrie terwijl IPD een stap verder gaat en je juist uitdaagt om dingen te maken die je zelf interessant vindt. Je krijgt de kans om de boel echt open te blazen; op een zoektocht te gaan. En dat is wat we voortgezet hebben bij Monobanda. Een bedrijf dat we gestart zijn met vijf voormalige studenten IPD aan de HKU. Wij zijn op een hele bevragende en experimentele manier met ons medium bezig.

Simon: Ik weet nog dat ik echt nieuwe spellen wilde maken. Spellen die op een andere manier een ervaring toevoegen. Dat je door het spelen meer leert van de wereld waarin je leeft en dat dat tegelijk toegankelijk maakt. De opleiding dwingt je ook om buiten de bestaande kaders te kijken. Maak een spel zonder tekst; ontwerp interactief speelgoed, et cetera. De vrijheid die je krijgt en moet nemen is ook een belangrijk aspect van de opleiding. Het wordt van je verwacht dat je durft te experimenteren. Daar is theater juist ook zo belangrijk bij.

De opleiding valt inderdaad onder het vaandel theater, wat is dan eigenlijk het raakvlak met die discipline?

Niki: Dat is denk ik de meesterzet van IPD. Het gevaar van games en interactieve media in het algemeen is dat ze zo’n technologisch medium zijn. Je kan je dan blind staren op die technische mogelijkheden en je vastbijten in de kaders daarvan. Dan kijk je niet meer vanuit empathie, vrijheid of creativiteit naar je vraagstuk. Door de basisprincipes van theater toe te voegen, ga je veel meer denken en werken vanuit het verhaal en het publiek die dat verhaal moet beleven en met dat verhaal moet spelen. Theater is heel flexibel, vrij en open en werkt echt vanuit de kern. De werelden van theater, techniek en interactiviteit komen bij IPD letterlijk samen.

Hoe typeer je eigenlijk IPD’ers? Wat voor mensen zijn dat?

Simon: Ze zijn toch best wel autonoom. Het zijn mensen die hun eigen verhaal willen vertellen, dingen willen onderzoeken, zelf een eigen handtekening hebben en maatschappijkritisch van aard zijn.

Niki: Een kritisch reflecterende manier van denken inderdaad. Kunst is reflecterend. Het is meer dan je technische trucje doen. Dat trucje is vaak een middel om een groter verhaal te vertellen. Het gaat om meer dan alleen leren wat je kwast doet, maar je moet je afvragen wat is de rol van die kwast is in de wereld? En gebruik je wel de juiste kwast om het verhaal te vertellen?

Simon: Je leert een beeld te creëren dat aansluit bij behoeftes van de maatschappij en jouw publiek. Bijvoorbeeld hoe je een festival interactiever en speelser kan maken. Wat kunnen we maken waar mensen graag mee spelen en deel van uit willen maken zonder de kunstzinnige waarde van het product te verliezen?

Niki: Het gaat erom dat je je hoofd uit je kont haalt. Niet alleen maar bezig zijn met je eigen wereldje. Je oogkleppen afzetten. Je leert nadenken over het grotere kader waarin je werk verschijnt.


“IPD is het antwoord op de verzuiling waarin we allemaal met ons eigen dingetje bezig zijn.”

Jullie hebben samen met drie andere oud-studenten van IPD Monobanda opgericht, wat voor bedrijf is het?


Niki: We zijn een stichting die de potentie van menselijke expressie en spel onderzoekt door middel van interactieve middelen. Simpeler gezegd: we willen mensen op een nieuwe manier leren spelen.

En waar zijn jullie nu mee bezig?

Simon: We zijn nu met een project bezig die Timbre heet. Het is eigenlijk gestart vanuit een simpele vraag: zou het niet cool zijn als je met je stem zou kunnen schilderen? Dat je je toonhoogtes gebruikt om vormen te maken. We werken nu samen met de Nationale Opera om in een kerk een voorstelling te maken waarin we precies dat doen. Hierin is iedereen ook gelijk, je kan dat spel samen spelen met mensen van andere culturen, die andere talen spreken en zelfs met mensen van een ander cognitief niveau, die bijvoorbeeld autistisch zijn. Iedereen kan met de tonen en geluiden van zijn of haar stem kunst creëren.

Niki: We nodigen dertig mensen uit het publiek uit die op het podium komen en een virtual reality bril op krijgen. Zij creëren dan eigenlijk samen met dertig operazangers een voorstelling. Iedereen heeft dus zijn eigen bril op en krijgt dezelfde opdracht: maak een geluid zus of zo. Terwijl zij dat doen verandert het beeld op hun VR-bril en zien zij zelf de kunst die zij maken. Maar er zitten ook nog dertig personen op de tribune die een voorstelling zien en horen van dertig verschillende mensen die dezelfde soort geluiden maken. Onder onze leiding en de begeleiding van de operazangers voeren ze dus echt een stuk op. Dan draaien we het om en mogen de dertig mensen die op de tribune zitten de tweede helft van de voorstelling maken.

Simon: En begrijp me niet verkeerd, dit is allemaal het gevolg van wat we geleerd hebben tijdens de opleiding IPD. Een interactief spel en kunstwerk dat buiten de kaders treedt van conventionele kunst, theater en games. Zonder de opleiding had ons bedrijf niet bestaan