Een robot met karakter

Interview met Jorrit Thijn

Creatieve schrijvers zouden een veel grotere rol mogen hebben bij het ontwikkelen van robots, zegt Jorrit Thijn, PhD-onderzoeker bij HKU en Vrije Universiteit Amsterdam in het project Robotstories | Expanding Narratives. “Mijn mensbeeld is dat een identiteit ontstaat door de interactie die je met andere mensen en met je omgeving hebt. En dat gegeven probeer ik in het model voor de robot terug te brengen.”
In zijn PhD Robots with Character onderzoekt Jorrit samen met Sander Goetzee, die als PhD’er verbonden is aan de Vrije Universiteit Amsterdam, hoe de interactie tussen ouderen met dementie en robots meer betekenisvol zou kunnen zijn, door bij de robot de suggestie van een binnenwereld te ontwerpen: een robotidentiteit. De robotidentiteit wordt vormgegeven door zowel teksten van creatieve schrijvers als content gegenereerd door AI, via zogenoemde Large Language Models. En een nieuw te ontwerpen authoring tool en identiteitsmanager moet uiteindelijk de binnenwereld van de robot naar buiten brengen in de interactie met de oudere met dementie.

De schaar in Snorrebaard

Jorrit deed in 2004 - 2010 de schrijversopleiding bij HKU Theater. Het zaadje om iets te willen bezielen dat niet leeft werd daar geplant, bij het maken van een theaterstuk met een scene waarin kinderen twee knuffels kapot maken, gebaseerd op het de Griekse tragedie Medea, waarin de gelijknamige hoofdpersonage haar kinderen vermoord. “Toen de schaar in Snorrebaard ging, werd dat zo heftig ontvangen door het publiek. Dat is me altijd bijgebleven.”

'Tot mijn verbazing wilden sommige mensen het blokje niet meer teruggeven' 

Gehecht aan een blokje

De fascinatie bracht hem naar de HKU-master Crossover Creativity, waarin Jorrit onderzoek deed naar het bezielen van niet-levende entiteiten. Hij liet bijvoorbeeld mensen rondlopen met een metalen blokje, dat ze tien dagen warm moesten houden terwijl ze ook een logboek bijhielden. “Tot mijn verbazing wilden sommige mensen het blokje na die tien dagen niet meer teruggeven, omdat ze eraan gehecht waren geraakt.”

Robots als verhalenvertellers

Van knuffels naar metalen blokjes naar robots, daar zaten wel wat jaren tussen, maar werken met robots was al lange tijd een hartenwens van Jorrit. In 2016 kwam hij in contact met literatuurorganisatie Wintertuin in Nijmegen. “Daar waren schrijvers samen met Mike Ligthart, een promovendus van TU Delft, gestart met een project om van robots verhalenvertellers voor kinderen te maken. Precies wat ik ook wilde doen!”

Stap naar promotietraject

Vanaf 2016 werden onder de paraplu van Robotstories verschillende korter lopende onderzoeksprojecten gestart. Eerst nog tussen Vrije Universiteit Amsterdam en Wintertuin (De promovendus van TU Delft was inmiddels overgestapt), en later in samenwerking met HKU en ArtEZ. Dat beviel zo goed dat Jorrit vorig jaar zelf de stap zette naar een promotietraject. Dat doet hij nu in een tandemconstructie met promovendus Sander Goetzee van de VU, onder de vlag van het nieuwste vervolgproject: Robotstories | Expanding Narratives. Jorrit bij HKU en de VU met als insteek de binnenwereld van de robot, de identiteitsvorming, en Sander bij de VU met de kennis om de architectuur voor de robot in te richten: de identiteitsmanager die bepaalt wat de robot gaat uitspreken als reactie op wat er gezegd wordt.'

'We geven de robot een achtergrondverhaal, een backstory' 

Een beetje knorrig

“Tot een aantal jaren geleden was zo’n tool nog heel scripted, ingericht volgens een zogenoemde branching narrative.”, vertelt Jorrit. “Je begint op een verhaallijn en als de persoon A zegt reageert de robot met een bepaald iets, en als de persoon B zegt, reageert de robot met iets anders. Het zijn een soort vertakkingen. Die moest je allemaal uitschrijven. Maar omdat de zogenoemde Large Language Models inmiddels zo groot zijn geworden, hoeft dat niet meer, en kunnen we de architectuur anders inrichten door deze vorm van generatieve AI in te zetten. Bijvoorbeeld zeggen dat onze robot ’s ochtends een beetje knorrig is en in kortere zinnen praat. Of dat onze robot ’s middags juist vrolijk is en vaker zegt: natuurlijk gaan we dat doen! We geven de robot een achtergrondverhaal, een backstory. Dat verhaal moet eerst in een model gezet worden. Daar ga ik me mee bezig houden. Hoe dit te koppelen aan onze identiteitsmanager, dat gaat Sander uitzoeken. De hoofdvraag: hoe kun je een meer betekenisvolle interactie tussen robot en mens ontwerpen?”
Docentonderzoeker Hanan Faour, verbonden aan ArtEZ, geeft een kleine voordracht tijdens de start van 'Robotstories | Expanding Narratives' in een woonzorgcentrum in Utrecht.

Samenwerken met creatieve schrijvers

Zo’n backstory maken vraagt om een andere wijze van verhalen schrijven voor robots en AI. Daar komen de creatieve schrijvers om de hoek kijken. Jorrit: “Creatieve schrijvers zijn bij uitstek getalenteerd om betekenisvolle verhalen en verbanden te bedenken. Zij kunnen uit het niets personages ontwikkelen met zeer gecompliceerde identiteiten. Die kennis is hard nodig bij de ontwikkeling van sociale robots.”
Om dit veld te verkennen, is docentonderzoeker van ArtEZ Hanan Faour betrokken. Hanan werkt samen met drie creatieve schrijvers: alumnus HKU Writing for Perfomance Tine Tabak, alumnus van ArtEZ Creative Writing Wietse Leenders en schrijver Steff Geelen, verbonden aan Wintertuin. Hanan gaat ook aan de slag met studenten Creative Writing van ArtEZ.

Een nieuwe Pepper


Een andere belangrijke deelnemer is natuurlijk de robot zelf. “Voor eerdere edities van Robotstories hadden we eerst een NAO en nu een Pepper. Een meter hoge robot die er harstikke leuk uit ziet. Maar Pepper gaat met pensioen. Het bedrijf dat hem maakt stopt en kan geen onderdelen meer leveren. We moeten dus op zoek naar een nieuwe robot. En dan komt mijn theaterhart om de hoek kijken. Want het moet er wel eentje zijn die een presentie heeft, of in ieder geval een uitstraling die het mogelijk maakt er eigenschappen op te projecteren.”
Jorrit Thijn praat met Pepper-robot Memo en bewoners tijdens de start van 'Robotstories | Expanding Narratives' op een woonzorglocatie in Utrecht.

Hoe voelt het strand?

De eerste keer dat robot Pepper samenkwam met ouderen met dementie en zorgmedewerkers in een verzorgingshuis, was georganiseerd als een theemoment. “We zeiden heel duidelijk: dit is een robot, geen mens. En de robot kan nog niet zoveel. We moeten de robot een beetje helpen. Kun je hem bijvoorbeeld vertellen hoe het strand voelt. Of hoe een bos ruikt. Dat leverde heel interessante gesprekken op, en ook nieuwe verhalen van de ouderen. Gesprekken die zorgmedewerkers, echtgenoten of kinderen van de ouderen misschien niet zouden voeren, verhalen die anders misschien niet naar boven waren gekomen bij de ouderen. In die zin is de robot niet alleen een hulpmiddel voor de oudere zelf, maar ook voor de mensen om deze persoon heen. Het zou mooi zijn om te zien of zo’n robot dan niet een vervanging is op het werk van zorgmedewerkers, maar een aanvulling.”

Podiumexperiment

Voordat een – nieuwe - robot samengebracht wordt met ouderen met dementie, wil Jorrit in het najaar van 2025 eerst een podiumexperiment uitvoeren met een robot die gemodelleerd is met de tot dan toe ontwikkelde architectuur. In een theaterzaal met algemeen publiek. “Daar kijken we dan welke elementen van de interactie met het publiek we zouden kunnen verplaatsen naar het verzorgingshuis en wat die nieuwe setting dan weer betekent voor de betekenis die de robot brengt.”

'Wat betekent het als een robot als personage deel gaat uitmaken van ons leven?' 


Minor Artistic Artificial Intelligence

Op een gegeven moment zullen er ook HKU-studenten mee gaan doen aan Robotstories | Expanding Narratives, vertelt Jorrit. “We zijn bezig met een minor Artistic Artificial Intelligence op te zetten die in september 2025 van start gaat. Daar kijk ik erg naar uit! Ik zou wel met verschillende studenten willen nadenken over de identiteit van de robot. Hoe woont de robot bijvoorbeeld, met studenten Design. En ze dan met studenten Theatervormgeving een wereld laten maken voor de robot. Het is belangrijk na te denken over wat het betekent als een robot als personage deel gaat uitmaken van ons leven. Dat is voor mij echt de unieke artistieke bijdrage die we bij HKU leveren in het onderzoek.”