SOCIO-BEE (EU)

Hoe krijg je burgers in heel Europa zo ver dat ze zich als wetenschappers gaan gedragen? HKU-docenten, ontwerpers en onderzoekers Willem-Jan Renger en Evert Hoogendoorn laten hun ontwerpdenken los op internationale uitdagingen in SOCIO-BEE.

Burgers worden wetenschappers

Wat kan ‘citizen science’ betekenen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in Europese steden? Dat is de vraag die aan het Europese Horizon 2020-project SOCIO-BEE ten grondslag ligt. Een consortium van zeventien partijen uit zeven Europese landen kreeg in 2021 de kans hun gezamenlijk ingediende projectplan uit te voeren. Overheden, onderzoekers en marktpartijen sloegen de handen ineen voor het ontwikkelen van een systeem dat burgers empowert om de luchtverontreiniging in hun directe omgeving bottom-up aan te pakken.

Meten is weten

Dat begint bij het accuraat kunnen meten van die verontreiniging. Steden hebben vaak een aantal vaste meetstations, maar daartussenin bevindt zich een wereld aan blinde vlekken. Als het lukt die in te vullen met te verifiëren gegevens, geeft dat bewoners een basis om vanuit te gaan, op te reageren, en over in gesprek te gaan met beleidsmakers en elkaar. “Hiermee kunnen burgers hun stem laten horen op basis van wetenschappelijk vastgestelde feiten in plaats van op een mening,” zegt Evert Hoogendoorn, die naast zijn onderzoekswerk ook lesgeeft bij het masterprogramma Education in Arts.

Innovatieve sensor

Consortiumpartner Bettair in Barcelona slaagde erin de eerste wetenschappelijk valide mobiele sensor te ontwerpen. In tegenstelling tot de huidige luchtkwaliteitsmeters op de markt is dit mobiele apparaat zeer betrouwbaar en kan het meer dan één ding. De zogenoemde Wearable Sensor Node (WSN) meet fijnstof, stikstofdioxide en ozon. En misschien nog wel het belangrijkste: hij is gebruikersvriendelijk. Een van de grote uitdagingen in dit project was om de sensor zo te maken iedereen ermee overweg kan, of je nou tiener bent of 70-plusser. Dat betekent niet alleen dat de bediening eenvoudig moet zijn, maar ook dat het apparaatje mensen aanzet zich te gaan gedragen als wetenschapper. Het is geen kwestie van aan je broekriem haken en gewoon je ding doen, er zijn allerlei strikte voorwaarden aan valide metingen verbonden.

Ontwerpen van gedrag

Op dat punt heeft HKU haar expertise vanuit de kunsten en ontwerpdenken ingezet. “Wij zijn als enige ontwerpers in het consortium als geen ander gewend om vanuit de gebruiker te denken,” zegt Willem-Jan Renger, die tevens coach en docent is bij het masterprogramma Crossover Creativity. In dit geval houden de HKU’ers zich niet zozeer bezig met technische innovatie, maar meer met gedragsontwerp. Hoe krijg je de burger in beweging om zelf de regie in handen te nemen? Hoe creëer je een werkend systeem voor verschillende groepen mensen in verschillende landen en contexten? Hoe zorg je ervoor dat al die kersverse citizen scientists bruikbare data verzamelen die real time en open source gedeeld kan worden? En hoe laat je alle stakeholders en projectpartners productief samenwerken om dit te realiseren, ook als je zelf niet de projectleider bent?

Visuele handvatten

Als schakel tussen overheden, kennisinstellingen en burgers ontwierp team HKU visuele handvatten voor het begrijpelijk maken van complexe begrippen en processen voor grote groepen: van hand-outs en dashboards voor burgers tot overdraagbare toolkits en workflows voor alle betrokken stakeholders. “Wij ontwerpen vormen om projecten die complexe vragen oproepen te regisseren,” aldus Hoogendoorn. Met praktijkgericht ontwerpend onderzoek geven de HKU’ers oplossingsrichtingen vorm in co-creatie met de consortiumleden. In hun streven de burger te bedienen, nemen Renger en Hoogendoorn ook de consortiumpartners mee in hun ‘design thinking’. Ze vertellen hoe ze met organisaties uit zeventien landen om tafel stonden met een stift en een lange rol papier om het werkproces als een tapijt van Bayeux uit te tekenen. En hoe ze ontwerpend onderzoek voor hun Europese partners visualiseerden met verbind-de-punten-tekeningen waarbij de uitkomst van tevoren niet vastligt. “We werken veel samen met projectpartners die niet bekend of vertrouwd zijn met ontwerpprocessen en methoden, dus er is ook veel kennisoverdracht nodig,” aldus Renger. “Deze competentie is voor studenten ook heel belangrijk om te ontwikkelen.”

Bijenkolonie

Een cruciale visualisatie voor de eindgebruikers was die van de bijenkorf. SOCIO-BEE was in eerste instantie enkel een acroniem voor ‘Wearables and droneS fOr CIty socio-environmental Observations and BEhavioral changE’. Renger gaf de titel betekenis door er een beeldende organisatievorm aan te hangen in de vorm van een bijenkolonie. Die start met een bijenhouder die op zoek gaat naar een koningin: een burger met de drive om een community te vormen van mensen in zijn omgeving (werkbijen) die data (honing) gaan verzamelen. De bijenkorf staat symbool voor de datasafe die de stakeholders (de honingberen) voorziet van een voedingsbodem voor klimaatverandering.

Drie pilotsteden

Dat stelde ze in staat het dikke pak papier van het projectvoorstel om te zetten in leesbare hand-outs om deelnemers te werven. Hierin staat de honingbij nog altijd centraal, om ook de bewoners met een aantrekkelijke propositie te benaderen; wie wil er nou geen koningin zijn? Het leverde verschillende beehives op in drie pilotsteden in Spanje, Italië en Griekenland. In Zaragoza maten scholieren de luchtkwaliteit in de omgeving van hun school. In Ancona werd de test met oudere inwoners gedaan in de haven vol cruiseschepen. En in Marousi werden forenzen in het financiële district gevraagd de effecten van de continue verkeerstroom te meten. Op basis van de eerste resultaten is gewerkt aan een betere sensor, app en portal. Daarmee start in april de tweede proefronde.

Overdraagbare toolkit

De pilots moeten uiteindelijk uitmonden in een overdraagbare toolkit die de weg ontdoet van blokkades die burgers nu nog tegenkomen. De toolkit stelt ook andere steden in staat de experimenten te repliceren met de door bewoners bediende sensor en software. Hoogendoorn: “Die toolkit faciliteert burgerparticipatie op het snijvlak van wetenschap en beleid. Straks kun je op basis van publiek toegankelijke metingen in gesprek gaan met de gemeente over bijvoorbeeld een rotonde in plaats van een stoplicht op een druk verkeerspunt. Of besluiten dat je je kinderen niet meer met je auto naar school brengt – en je buren daar ook toe bewegen.”

Betekenis voor HKU

Terwijl SOCIO-BEE heel Europa iets kan leren over luchtkwaliteit en hoe een gedragsverandering die kan verbeteren, levert het project ook van alles op voor het kunstvakonderwijs. Zo wordt hier in een hele diverse internationale praktijk onderzocht hoe je ontwerpers een relevante rol geeft in dit soort complexe projecten. De aanpak voor het ontwerpen van samenwerkingsprocessen, hand-outs, toolkits en dashboards gaat linea recta het onderwijs in, benadrukken beide onderzoekers. Renger: “We willen leren hoe we impact kunnen maken op de maatschappij vanuit kunst en ontwerp met behoud van artistieke integriteit. Daar is zo’n project heel interessant voor. Ook voor mijn studenten: die willen elk laatste kwartier van mijn college in het masterprogramma Crossover Creativity even weten hoe het er met SOCIO-BEE voor staat.”

Looptijd

2020-2024

Contact

Willem-Jan Renger: willem-jan.renger@hku.nl
Evert Hoogendoorn: evert.hoogendoorn@hku.nl
SOCIO-BEE wordt mede gefinancierd door de Europese Unie
Afbeelding met Lettertype, Elektrisch blauw, tekst, blauw

Automatisch gegenereerde beschrijving