Cyanotypes (EU)

HKU coördineert het project CYANOTYPES. Daarin werken twintig Europese partners uit de culturele en creatieve industrie samen aan een toolkit voor hun sector, met leermodules voor competenties die hard nodig zijn in het werkveld. Later dit jaar gaan de eerste pilotprojecten van start.
Looptijd 2022 -2026

Met de erkenning van het economische en maatschappelijke belang van de culturele en creatieve industrie, heeft de EU verschillende projecten opgestart om de waarde van de sector in kaart te brengen en te bestendigen. CYANOTYPES is er daar één van. Dit vierjarige Blueprint-project is onderdeel van Alliances for Innovation van het Erasmus+ programma. Het is gericht op het verkennen en inzetten van belangrijke vaardigheden in de snel veranderende beroepspraktijk van ontwerpers, kunstenaars en andere creatieven. De deelnemers uit heel Europa werken samen aan een blauwdruk voor manieren van leren waarmee creatieven nu én in de toekomst vooruit kunnen. De naam CYANOTYPES is afgeleid van het fotografische proces waar zo’n blauwdruk uitkomt.

Europees consortium

Er zijn al twintig partners uit een tiental landen en uit allerlei takken van de culturele en creatieve industrie aangehaakt: van netwerkorganisaties in Italië en België tot vertegenwoordigers uit de Zweedse mode- en games-industrie, en hbo’s en universiteiten in Oostenrijk, Duitsland, Noorwegen en Portugal. Het consortium wordt geleid vanuit Nederland: HKU coördineert het project, met David Crombie en Caroline van Leuven als projectleider en -coördinator. Samen zijn de leden op zoek naar wat nodig is aan competenties om deze industrie te laten floreren. En meer nog dan dat: naar een methode om in dit gefragmenteerde werkveld te kunnen leren wat ter plekke in een specifieke context nodig is. Het verschilt immers nogal of je het over de randvoorwaarden voor toegepaste games in Zweden hebt, of over de sleutel tot succesvol creatief ondernemen in Italië.

Concrete leermodules

In het najaar van 2022 werd het project gelanceerd onder de slogan ‘We are all CYANOTYPES’. Het eerste jaar stond vooral in het teken van de inventarisatie van de behoeften van de belangrijkste stakeholders in het hoger onderwijs, beroepsonderwijs en de creatieve industrie. Daarvoor was het ook nodig elkaars taal te leren spreken, definities op één lijn te krijgen, en gezamenlijke uitgangspunten te formuleren voor een eenduidige aanpak. Het streven is om aan het einde van de rit concrete onderwijsmodules beschikbaar te kunnen stellen, waarmee studenten en creatieven in het veld hun positie kunnen pakken en kunnen bijdragen aan maatschappelijke innovatie. Hiervoor wordt de komende jaren onderzocht welke inhoud, maar ook welke leervormen en didactiek passen bij de behoeften van de sector.

Playbook

Dat gebeurt niet top-down en ieder voor zich, maar in een uitdagende vorm van co-creatie. Hoe kun je met zoveel verschillende stakeholders uit zoveel verschillende werkomgevingen samen een bruikbaar educatief framework ontwikkelen? Tijdens de Creative Skills Week in Wenen eind vorig jaar zijn de eerste projectresultaten gepresenteerd en de vervolgstappen verkend. Inmiddels zijn de partners bezig met het analyseren van de gigantische hoeveelheid data die uit heel Europa is binnengekomen, om binnenkort in een praktisch ‘Playbook’ te kunnen publiceren dat ondersteuning biedt bij het co-creatieve proces.

Creative Skills Week 2023 in Wenen

Anticipatievermogen

Veel van de tot nu toe gedefinieerde skills hebben te maken met anticiperen op een onzekere toekomst, waarin met een scala aan nieuwe partners zal worden samengewerkt aan mondiale uitdagingen op het gebied van klimaat, gezondheid, digitalisering en duurzaamheid. Dat vereist niet alleen kennis en veerkracht, maar ook een nieuwe manier van denken en doen. Zo staan systeemdenken, ingesleten aannames afleren, je beter bewust zijn van de context en de ander een begrijpelijk verhaal kunnen vertellen hoog op de agenda.

Pilotprojecten

Op basis van succesvolle modellen voor andere competenties, zoals GreenComp voor duurzaam leven en werken, LifeComp voor een leven lang leren of DigComp voor digitale vaardigheden, wordt nu gezamenlijk gewerkt aan een ‘train the trainer framework’ voor de creatieve en culturele sector. Het competentieprofiel dat daaruit voortkomt, wordt de komende jaren in vijf verschillende Europese ‘ecosystemen’ getest. Er zullen ruim twintig pilots worden gedraaid om een framework te kunnen creëren dat enerzijds houvast, maar anderzijds ook genoeg ruimte biedt voor lokaal maatwerk. De eerste pilot gaat dit jaar van start binnen de Utrecht Creative Community, een netwerk van Utrechtse culturele en creatieve professionals, organisaties en opleiders, waar HKU ook bij aangesloten is.

Doel

De co-creatie en implementatie van een trainingsprogramma met concrete internationale vaardighedenmodules op verschillende VET-niveaus (EQF-niveau 3 tot 5) en tertiaire niveaus (EQF-niveau 6 tot 8), inclusief een vorm van werkplektraining en microlearning voor bestaande en nieuwe werkprofielen.