Nooit je hoofd stil zetten

Interview met Nienke Hoed

Als meisje van twaalf werd Nienke gegrepen door Andy Warhol, die haar liet zien dat er meer was dan het kleine dorp waar ze vandaan komt. Nu maakt ze een ontdekkingsreis in Utrecht.

Experimenteren

Hiervoor heb ik een mbo-opleiding gedaan, Restauratie/Decoratie. Dat was vrij eenduidig: we gaan nu dit doen, en die techniek aanleren. Wat ik graag wilde was eigen ideeën ontwikkelen en dingen uitproberen. Op deze opleiding kan dat gewoon, je mag experimenteren. Natuurlijk krijg je in opdrachten wel het een en ander aangereikt, maar verder mag je daarmee doen wat je wilt. Het belangrijkste is dat je verschillende stappen maakt. Je kunt een idee hebben, ‘nou, dit is mijn idee, dat ga ik zo en zo uitvoeren’, en that’s it. Maar je wordt juist geprikkeld om verschillende dingen te proberen, om veel meer lijntjes uit te zetten en niet op één ding te blijven hangen.

Op mijn oude middelbare school was er weinig aandacht voor kunst en cultuur, en kon ik niet de dingen doen die ik interessant vond. Dus ik stond een beetje stil, ofzo. Dan is het hier stukken beter!

Denkproces

Dat je zo’n zoektocht kan maken in je eigen hoofd is voor mij dus nieuw. Het belangrijkste wat ik dit jaar heb geleerd, is dat je steeds stappen verder moet denken. Nooit je hoofd stil zetten. Dat gaat ook automatisch, hoor. Doordat ze je kritisch bevragen op je denkproces, doordat je heel veel musea moet bezoeken en wordt uitgedaagd van ‘kijk eens wat hier nog allemaal is’. Het gaat de hele tijd om de koppeling van bijvoorbeeld een thema aan jezelf, en je onderzoek daarin.

Vak als zoektocht

We hebben een vak Ruimtelijke Vormgeving gehad, daar kregen we de opdracht om tussen twee thema’s te kiezen: ‘spel’ en ‘shelter’ (of ‘schuilplaats’). Ik had shelter gekozen. Mijn gedachte was dat je lichaam eigenlijk zelf al een shelter is voor alle prikkels die je van buitenaf krijgt, maar dat dat tegelijk ook beklemmend kan zijn. Maar ik liep vast omdat ik alleen maar met klei bezig was; ik beperkte me tot één materiaal en daardoor gebeurde er te weinig in mijn hoofd. Halverwege het blok dacht ik ‘er moet iets gebeuren’. Toen ben ik groter gaan werken, met gips en kaarsvet gaan experimenteren. En op een gegeven moment had ik iets gemaakt dat eigenlijk mislukte en in elkaar stortte.

Ja, en dan heb je er al voor vijftig euro gips ingestoken, hè. Maar toen ben ik mijn vak Fotografie erbij gaan betrekken, en heb ik dat kapotte ding gefotografeerd als stilleven. De leraar vond het goed dat ik verder was gaan zoeken. En vooral dat ik niet de moed had opgegeven, maar er weer iets positiefs uitpakte en daarop doorging. Nadat ik een beetje was afgekoeld. [lacht]

Kan mijn neefje van twee dit ook?

Als je door een museum loopt is het makkelijk om te denken ‘dit kan mijn neefje van twee ook’. Dit jaar heeft me een heel open houding gegeven wat dat betreft. Dat is wel ook meteen het lastige: want wanneer is het dan goed wat ik maak? Toen ik met dat ingestorte ding aankwam, vroeg de werkplaatsassistent: “Zou je het in een andere context kunnen plaatsen? Zou je er iets aan toe kunnen voegen?” Daar ging ik toen mee verder. Dus het gaat erom dat je een proces doorloopt en keuzes bewust maakt. Daarom kan je tweejarige neefje dat ook niet.

Lesgeven

Het lesgeven is er een beetje ingeslopen. Een goede vriendin zat op de docentenopleiding, en zij was er heel positief over. Ik vind het leuk om, naast die zoektocht naar binnen, dat ook uit te dragen zeg maar. Als docent moet je heel veel dingen kunnen uitleggen. Dat vind ik moeilijk, maar wel ’leuk moeilijk’. Van binnen heb ik natuurlijk enorm die drive, mijn hele leven al. Maar het lijkt me ook wel fijn voor mezelf als ik, juist door het bij jonge mensen naar boven te halen, kan benoemen wat dat dan precies is.

Toekomstmuziek

Op mijn schouwblaadje stond: ‘je bedachtzaamheid is je kracht en tegelijkertijd je valkuil’. Je leert hier niet alleen iets over je werk, maar ook over jezelf als persoon.

Die zoektocht steeds verder ontwikkelen en uit kunnen drukken in mijn werk of het lesgeven, dat lijkt me eigenlijk een heel mooi leven. Ik hoef verder niet rijk en beroemd te worden of zo. [lacht] Wat ik dan aan de wereld toe zou kunnen voegen ... poeh. Misschien is het die bedachtzaamheid wel, een bepaalde fijngevoeligheid, die ik toe te voegen heb. Ik vind de wereld vaak best hard, iedereen heeft meningen over alles. En ik weet nog helemaal niet hoe – maar íets zou ik daar wel tegenover willen stellen.