Wie zijn die LLL-studenten?
'In mijn optiek zijn LLL-ers (creatieve) professionals die een initiële opleiding hebben afgerond, aan het werk zijn én dat ook willen blijven als ze verder onderwijs gaan volgen. Een mooi voorbeeld vind ik de Ad-ers bij HKU (studenten die een Associate Degree volgen). Dat zijn creatieve makers die een mbo 4-opleiding hebben afgerond en al aan de slag zijn, maar die wel verder willen doorgroeien en niet hun werkpraktijk willen opgeven. Deze creatieve professionals willen een nieuwe stap zetten, nieuwe dingen leren, maar de kern is wel dat ze ernaast willen blijven werken.
In mijn onderzoek heb ik vier verschillende typen LLL-student gevonden en beschreven. Die typen verschillen onder meer in intrinsieke motivatie en daardoor weer in hun specifieke leerwensen. Zo heb je de star seeker, de meest intrinsiek gemotiveerde om te leren en te groeien, die cognitief uitgedaagd wil worden of zijn artistieke signatuur vernieuwen.
De minst intrinsiek gemotiveerde is de neccessity learner. Die was misschien liever niet weer gaan leren, maar merkt dat het nodig is om aan het werk te kunnen blijven. Bij deze student is het extra belangrijk dat die ervaart dat het onderwijs bijdraagt aan zijn verdere ontwikkeling, want zo blijft hij of zij gemotiveerd om te leren. Met deze typologie kun je je onderwijs zo ontwerpen dat het goed aansluit bij wat die LLL-student zoekt.'
Wat vind jij goed LLL-onderwijs?
'De leervraag centraal, dat is wat mij betreft de kern bij LLL-onderwijs. Sluit je onderwijs aan bij wat professionals willen leren, bij waar ze tegenaan lopen in de praktijk. Bouw voort op de ervaring die ze al hebben. Het aanbod kan op veel verschillende manieren vorm krijgen: door variatie in de opdrachten die je geeft, keuzevrijheid in het curriculum aan de LLL-student, ruimte voor experiment en dergelijke.
En maak je onderwijs hybride, want leren kan ook plaatsvinden in het werkveld, bij bedrijven of tijdens opdrachten uit de eigen praktijk. Cruciaal is dat de student betrokken is bij het ontwerpen of vormgeven van zijn leertraject. Wat niet betekent dat elke student een eigen programma volgt, maar wel dat er steeds ruimte is om de eigen leervraag te volgen.
De variatie in de vorm is eigenlijk heel groot, zolang je maar structuur biedt. Zorg voor vaste momenten voor het onderwijs, bijv. elke donderdagmiddag en vrijdag. Maak ook vooraf duidelijk wat er verwacht wordt van de LLL-student en waar hij rekening mee moet houden. Belangrijk is verder dat de LLL-student samen kan leren in een groep(je). Met peers, maar ook met bachelorstudenten, werkveldpartners en docenten.
Schep een community waarin samen geleerd wordt en maak gebruik van de ervaring en kennis van alle betrokkenen Zo zorg je voor uitwisseling en innovatie. Dat kan zowel online als offline. Wat dat betreft waren de afgelopen maanden heel leerzaam. Er blijkt veel meer online te kunnen dan we dachten. Maar we weten nu ook beter wat we missen, zoals met elkaar sparren, meekijken met de ander, je optrekken aan een expert enzovoorts. Daarvoor is samen in een fysieke ruimte met elkaar werken van belang.'
Vertel eens wat meer over hoe je jouw onderzoek hebt aangepakt?
'Ik heb eerst veel theorie gelezen over leren door professionals: daar is veel over gepubliceerd. Daarna analyseerde ik de verschillende doelgroepen voor LLL-onderwijs. Ik interviewde professionals die nu aan HKU-onderwijs volgen bij Designlab, HKU X, Basisopleiding (vanaf 30 jaar), deeltijd docentenopleiding Beeldende Kunst en Vormgeving en dergelijke.
Ook mbo-ers die van plan waren een Ad te volgen bij HKU heb ik gesproken. Vragen die centraal stonden in de analyse waren onder meer: Wat is je motivatie om te gaan studeren? Wat is je huidige werkervaring? Wat wil je leren? Dat leidde tot die vier al genoemde verschillende typen van LLL-studenten en tot een onderwijsconcept voor LLL met daarin zeven uitgangspunten/aspecten voor succesvol LLL-onderwijs.'