''Ik kan niet meer zonder''

Interview met Robert Stieltjes

‘Ik kan niet meer zonder,’ grinnikt Robert Stieltjes. ‘Sinds ik in 2015 mijn master diploma heb gehaald krijg ik mijn hoofd niet meer stil.'
Stieltjes is docent beeldend onderwijs aan de iPabo te Amsterdam. Voortdurend sleutelt hij aan zijn eigen onderwijspraktijk, want twee keer hetzelfde lesje draaien is niets voor hem. ‘Ik denk heel veel na hoe onderwijs anders kan, die ideeën waren er ook voor de master maar sinds de studie heb ik echt iets in handen om mijn visie vorm te geven.’ Zijn Pabo-studenten varen er wel bij want in Stieltjes beeldende lessen is er ruimte om te ontdekken, en dat levert verrassende resultaten op.

Spelen is leren

‘Ik ben eigenlijk een tikje sceptisch van start gegaan bij de HKU. Er lag een verplichting vanuit de overheid, iedere HBO docent moet immers een master hebben, dus ik ook. Ik wilde wel graag door studeren, maar ik zag niet waar ik de tijd vandaan moest halen. Na een paar weken studie was ik volledig om. Ik dacht, nu ik hier toch zit, laat ik dan ook echt nieuwe wegen verkennen.’ Een echte klik kwam tijdens de colleges ludodidactiek van Evert Hoogendoorn. Dat spelen en leren alles met elkaar te maken hebben was niet nieuw voor Stieltjes. Maar dat je gameprincipes ook kunt gebruiken om onderwijs te ontwerpen was een openbaring. Stieltjes vertelt dat beeldende vorming slechts een van de dertien schoolvakken is die zijn pabo studenten volgen. ‘Ik werk niet op een kunstacademie waar iedereen artistiek begaafd is. Sterker nog, veel studenten geven aan dat ze zichzelf helemaal niet creatief vinden en dat ze niet zoveel kunnen met beeldende processen. Ze zijn niet gewend om te klooien en te rommelen met materialen en willen het liefst een gelikt eindproduct maken. Maar daar gaan beeldende processen niet over.’

Materiaalexperimenten

Stieltjes zocht naar manieren om zijn pabo studenten beeldend te motiveren en ontwikkelde een serious game die gericht was op experimenten met allerhande tekenmaterialen. ‘Het was heel spannend om dit uit te testen in mijn eigen colleges want je weet van te voren niet hoe het gaat lopen. Alleen al het idee dat een spel spelen ook goed onderwijs kon zijn, was voor sommige studenten een brug te ver’. Maar de uitkomsten van zijn onderzoek waren bemoedigend. Door coöperatieve en competitieve elementen in het spel te verwerken zag Stieltjes de motivatie bij zijn studenten significant stijgen. Een ander effect was een grotere variëteit in materiaaltoepassingen, en als laatste kregen de studenten door het spelen van de game meer inzicht in hun creatieve proces. Voor Stieltjes is het dan ook zo klaar als een klontje dat ludodidactiek fantastische onderwijsontwerpen en educatieve tools kan opleveren.

Docent wordt student

Stieltjes benadrukt het belang van educatie in de master. ‘Ik vind het belangrijk dat je de ideeën die je ontwikkelt tijdens de studie ook goed kunt overdragen. Daar moet veel aandacht naartoe blijven gaan, want uiteindelijk is dat het doel: Kunstonderwijs beter en innovatiever maken’. Om weer opnieuw student te zijn is volgens Stieltjes een waardevolle ervaring. ‘Als docent besef je niet altijd hoe kwetsbaar dat kan zijn. Je wordt toch beoordeeld, en dat blijft spannend. Maar het is ook een ongelofelijke luxe dat je jouw eigen leervragen centraal kunt stellen, want als docent ben je voornamelijk gericht op de behoeften van studenten. Uiteindelijk gaat het niet zozeer om het oordeel van anderen maar of je daadwerkelijk iets nieuws hebt weten te ontwikkelen. Niets is zo saai om datgene te herhalen wat je al weet en kan.’