Ludodidactiek
Het onderwijs kan de leergierigheid van leerlingen en studenten beter prikkelen door principes uit de gamewereld te gebruiken. Dat kan zowel in een online als in een offline leeromgeving. Docent en programmaleider Evert Hoogendoorn, gamedesigner en strateeg bij het Amsterdamse bedrijf IJsfontein én docent aan HKU, licht het ontwikkelprogramma toe.
Waarom zijn gameprincipes nodig in het onderwijs?
“Ik denk dat het huidige onderwijssysteem een kapot ontwerp is. Het is niet van deze tijd om een groep leerlingen of studenten achterover te laten leunen en te laten luisteren. Zo ontwikkelen ze geen creatief en analytisch vermogen.
En dat is nu juist de kiem van de ‘21st century skills’: ik heb een probleem, maar ik los het wel op. Dát is de houding die studenten nodig hebben, ze moeten zelf aan de slag, ieder op hun eigen manier en niveau.
Ludodidactiek wakkert dat aan. Het woord komt van het Latijnse ‘ludus’ dat ‘spel’ betekent. Ludodidactiek is feitelijk het ontwerpen van leersituaties door spelprincipes te gebruiken. Het gewenste gedrag van de student is het vertrekpunt, niet de inhoud van een vak. Ludodidactiek maakt nadrukkelijk niet overal een spelletje van. We passen, als het ons de beste manier lijkt, de principes toe om de leerervaring zo goed mogelijk te ontwerpen.”
Kun je een praktijkvoorbeeld geven?
“Als je een les Engelse spreekvaardigheid in het voortgezet onderwijs geeft, wil je dat leerlingen hun mond opendoen. Dat doe je door aan te sluiten bij wat ze leuk vinden, bijvoorbeeld: er is een moord gepleegd, praat over wie het gedaan kan hebben. Maak het spel gaandeweg moeilijker door er verboden woorden in te stoppen. Of juist moeilijke woorden die de leerlingen moeten gebruiken, en pas de puntentelling erop aan.
Zo breng je elementen van gamedesign in je les: competitie, spelen in een groep. Studenten of leerlingen vinden zo’n les tof – het lijkt wel een spel – en het maakt een enorme drang los om te leren.”