Een brutaal telefoontje. Dat was hoe Bram zijn huidige baan kreeg. Hij had net zijn diploma op zak en dacht terug aan een innovation break-out, een sessie waar experts uit het veld de rol van ontwerp in hun sector laten zien. Bram: “Er was die keer iemand van Rijkswaterstaat te gast. Ik werd meteen getriggerd door de combinatie van techniek, innovatie en infrastructuur. Dáár wilde ik werken.”
Bram begon zijn carrière als theatertechnicus, zette een bedrijf op dat het energieverbruik op festivals verduurzaamde en hield zich bezig met de ontwikkeling van energie leverende speeltoestellen. Maar deze droombaan voelde als andere koek. Wat had hij nou te brengen bij die enorme organisatie? “Wat bleek? Ze willen juist mensen zoals ik. Mensen die met een andere bril kunnen kijken. Een paar gesprekken later had ik een baan op de innovatie afdeling die er om bekend staat alles anders te doen. Zowel in samenwerkingen als in processen.”
Maatschappelijke impact
Producten in de infrasector zijn nu nog meestal lineair, ze worden afgerekend op de tijd en het geld dat het kost om ze te maken. Op winst dus. “Terwijl je pas echt impact ziet als ze worden bekeken vanuit het maatschappelijk belang. Alleen vraagt dat een compleet andere kijk van de hele sector en iedereen moet meedoen.” Daar komen we dus terecht bij de circulaire ambities van Rijkswaterstaat. Want innoveren doe je niet in je eentje en de beste ideeën bedenk je samen.
Om dat te stimuleren, is een open leeromgeving opgezet. Daar komt kennis van bijvoorbeeld start-ups, specialisten, overheid, aannemers en banken bij elkaar. En dat werkt. “Want wij kunnen wel dingen willen, maar soms weten we niet eens wat we kunnen vragen en wat in de uitvraag voor een aanbesteding moet staan. Nu denkt de markt mee over die zaken.”
Dat gebeurt vanuit het principe van smart business innovation research (SBIR). Een innovatieve aanbestedingsvormwaarmee de overheid ondernemers uitdaagt om met innovatieve producten en diensten te komen om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Dat is dan ook het doel van Bram: zoveel mogelijk maatschappelijke impact creëren.
Ontwerper in kantoorleven
In het begin twijfelde Bram zelfs nog of deze master wel bij hem paste. “De focus lag op ontwerp en ik raakte geïmponeerd door al dat designjargon. Ik vind mezelf namelijk helemaal niet zo'n goede ontwerper. Ik ben ondernemer en kijk met die bril naar vraagstukken. Ik kan bijvoorbeeld vrij snel inschatten of een project levensvatbaar is of dat het leuren en trekken wordt.”
Bram's doorbraak kwam dan ook toen hij een coach kreeg die dezelfde taal sprak als hij. Het ging even niet meer over ontwerpen, maar over ondernemerschap, stakeholders en het netwerk. Toen vielen de kwartjes. Want wat Bram wél goed kan, is mensen betrekken en verbinden. Er ging een wereld voor hem open op het moment dat hij vanuit dat perspectief naar de rol van ontwerp keek. “Op heel veel plekken waar ik werk, moet je niet aankomen met termen als design thinking. Mensen hebben een probleem dat ze willen oplossen. Ik praat daarom nooit over ontwerpstrategieën. Die gebruik ikgewoon in het proces zonder het er verder over te hebben. Door deze master kan ik de verbinding maken tussen het ontwerpdenken aan de ene kant en het werk op kantoor aan de andere kant. Precies wat nodig is."
Tekst: Joost Bos