Vanuit een interesse naar reststromen in de landbouw heb ik mij verdiept in het voedselsysteem. Een opvallend onderdeel hierin is de nadruk op het uiterlijk van ons voedsel. Voedsel moet een door wetgeving bepaalde vorm hebben en ook nog eens aan specifieke kleur voldoen. Dit riep bij mij een interessante vraag op: waarom accepteren we diversiteit bij mensen, maar wordt ons voedsel nog steeds streng op uiterlijk beoordeeld?
Naar aanleiding van deze verwondering ben ik gaan onderzoeken waarop wij als consumenten onze groenten en fruit beoordelen. En is uiterlijk voor iedereen het belangrijkste selectiekenmerk? Al snel kwam ik tot de ontdekking dat het probleem niet alleen bij de consument ligt, maar ook bij verkopers, agrariërs en beleidsmakers. Het hele systeem houdt een onrealistisch ideaalbeeld in stand, met gevolgen op alle niveaus: van agrariërs die met “tweede klasse” oogst blijven zitten tot supermarkten die onnodig uit het buitenland importeren voor een juiste kwaliteit. Focus op esthetische wensen raakt de hele voedselketen.
Deze wensen worden voornamelijk gevormd door het zintuig: zien. Maar bij consumptie spelen de andere zintuigen ook een grote rol. Hier wordt op dit moment weinig tot geen aandacht aan besteedt. Daarom heb ik mijn onderzoek gericht op aandacht geven aan de andere zintuigen, om zo ruimte voor een dialoog te creëren. Welke zintuigen spelen nog meer een rol bij de waardering van ons voedsel? En hoe verschillen de idealen per speler in het voedselsysteem?
Dus neem ook eens een Kijkje achter de Schil; en ondervind dat je voedsel niet alleen kunt zien, maar ook kan proeven, voelen, horen en ruiken. Een vanzelfsprekendheid waar we ons best wat meer bewust van mogen zijn.
Lees meer op de Exposure pagina